Michel Klompmaker
“De macht van de grootste multinationals kan dus toch ook buiten de boardroom nog gecorrigeerd worden. Dat is hoopgevend en is een impuls voor de verdere alignment van sustainability en compliance qua toetsing en verslaggeving.” aldus Michael van Woerden van DeComplianceMonitor, die we om commentaar vroegen op de recente uitspraak van de rechtbank Den Haag in de zaak tegen Royal Dutch Shell. Deze uitspraak heeft niet alleen de aandacht getrokken van de Nederlandse juristen en klimaatactivisten, maar ook in het buitenland is deze gerechtelijke uitspraak voer voor discussie. De grootste multinationals liggen de laatste weken sowieso onder vuur en zij die denken dat de multinational voor altijd in het leven geroepen is om de belangen van uitsluitend de eigen aandeelhouders te verdedigen, gaan bedrogen uitkomen. De G7 vergadering die op dit moment in Londen plaatsvindt gaat doorpakken met betrekking tot een minimale belastingheffing voor internationaal opererende bedrijven en de fiscale sluiproutes voor de multinationals zullen worden beperkt. Sterker nog het risico op forse wereldwijde reputatieschade is meer dan ooit aanwezig, nu de multinationals (en hun bestuurders) onder het vergrootglas liggen, in het geval er geen ‘redelijke’ belastingafdracht heeft plaatsgevonden die openbaar bekend is gemaakt. Over wat dan uiteindelijk als ‘redelijk’ beschouwd dient te worden is nog niet zeker en is onderwerp van het debat.
Vast staat in ieder geval de uitspraak, waarbij de rechtbank Den Haag de Shell-groep beveelt om de CO2-uitstoot eind 2030 terug te brengen tot netto 45% ten opzichte van het niveau van 2019. De procedure is aangespannen door zeven stichtingen en ruim 17.000 individuele eisers. De Shell-groep, met hoofdkantoor in Den Haag, is wereldwijd één van de grootste producenten en aanbieders van fossiele brandstoffen.
De CO2-uitstoot van de Shell-groep, haar toeleveranciers en afnemers is grotere dan die van veel landen. Bedrijven moeten mensenrechten respecteren en dit is een zelfstandige verantwoordelijkheid van bedrijven, die los staat van wat staten doen. Ten aanzien van de groep zelf heeft Shell een resultaatsverplichting en aanzien van de CO2-uitstoot. Ten aanzien van haar toeleveranciers en afnemers geldt een zwaarwegende inspanningsverplichting voor Shell om via het concernbeleid eisen te stellen aan onder andere haar toeleveranciers. De offers die van Shell gevraagd worden wegen op tegen het belang dat wordt gediend met het tegengaan van gevaarlijke klimaatverandering.
Het logische gevolg van deze uitspraak is dat veel multinationals via de juridische weg aangesproken gaan worden als zij onvoldoende duidelijk kunnen maken dat er serieus werk gemaakt wordt met de reductie van CO2-uitstoot.
In bijgaande korte video geeft persrechter Jeannette Honée een toelichting op het vonnis. Voor de liefhebbers hierbij de link naar de volledige uitspraak van 26 mei 2021.
Ken van ierlant Reageren
De vraag is of grote Nederlandse bedrijven zich dit laten welgevallen. Hiermee wordt de Good Governance wil ten grave gedragen. Alleen al het feit dat activistische partijen gesteund door een activistische rechterlijke macht hier de macht grijpt is zeer zorgelijk. Het waanidee dat heeft postgevat dat CO2 vervuiling is en moet worden teruggedrongen en opgelegd aan Shell is bizar. Zonder fossiele brandstoffen komt alles tot stilstand. En Shell doet nou eenmaal in fossiel. Investeren in waaipalen en solar levert nagenoeg niets op en het business model is gebaseerd op subsidie. het ondergrond stoppen van Co2 is bijzonder riskant en waarom ??? Waterstof economie zal er nooit komen vanwege de omzettingsverliezen. Maar wat nog veel erger is dat de wensdromers denken aan een CO2 neutrale samenleving terwijl dat fysisch helemaal niet kan.
M.a.w. droom maar lekker verder, ontwricht de samenleving maar de wal keert vanzelf het schip.
Wait and see…