Voor wat hoort wat?
Recent heeft de corporatiesector bij de ledenraadpleging positief gestemd over het voorstel voor de redding van Vestia. De redding bestaat uit drie onderdelen: 1. Splitsing van Vestia in drie afzonderlijke corporaties: hiermee wordt het systeemrisico (Vestia is too big to fail) weggenomen; 2. Het overnemen van leningen van Vestia met een hoge rente in ruil voor leningen van corporaties met een lage rente: op deze manier wordt de pijn van Vestia verdeeld over de hele corporatiesector; 3. Bijdragen van het ministerie van BZK, het WSW en instemming van de Autoriteit woningcorporaties. De bijdragen bestaan hoofdzakelijk uit het bemiddelen bij gemeentelijke hobbels bij de achtervang, voorkomen van fiscale neveneffecten en het zoeken naar oplossingen bij belemmerende regelgeving. Daarnaast zal de minister oplossingen voorbereiden om ervoor te zorgen dat de investeringsruimte op peil blijft om de duurzaamheidsopgaven te kunnen realiseren. Binnen de sector is er sprake van een disbalans tussen de opgaven en de middelen van corporaties. Het volgende kabinet zal daar een besluit over moeten nemen. Uit het rapport ‘Opgaven en middelen corporatiesector’, dat vorige zomer is gepubliceerd, blijkt dat de halvering van de verhuurderheffing een van de belangrijkste oplossingen is voor het tekort dat de corporatiesector tot 2035 heeft om woningen te verduurzamen. Het is een mooie tegemoetkoming van het Rijk om deze voorzet in te koppen, nu de corporatiesector een belangrijk risico voor de gemeenten en de overheid heeft weggenomen door Vestia te helpen.
De verhuurderheffing is ingegaan in 2013 om de tekorten van het Rijk als gevolg van de economische van de jaren daarvoor te dekken en werd voorlopig voor vijf jaar ingevoerd. Na 2017 is de heffing blijven bestaan en lobbyt de sector flink om de verhuurderheffing af te schaffen. Inmiddels is Nederland (en de rest van de wereld) in een nieuwe crisis beland, namelijk de coronacrisis. De overheid heeft fors haar portemonnee getrokken om bedrijven en zzp’ers financieel te ondersteunen. De financiële positie van de BV Nederland is zo robuust dat zij dat kan dragen, maar op termijn zal de overheidsschuld toch weer teruggebracht moeten worden. Hoe gaat zij dat doen?
Bedrijven en burgers hebben het tijdens de coronacrisis al zwaar gekregen. Bovendien heeft de overheid geleerd van de vorige crisis dat zij niet te snel hervormingen moet doorvoeren om de financiën weer op orde te krijgen. De pensioensector, de banken, de farmaceuten en de zorgsector hebben zo hun eigen problemen. Denk aan de (te) lage dekkingsgraad van de pensioenen, de noodzakelijke buffers bij banken voor tegenvallers en de niet aflatende inzet van de zorg en de farmaceutische industrie bij het bestrijden van corona. Het ligt niet voor de hand dat de overheid daar kan aankloppen om de tekorten te dekken.
De corporatiesector heeft nauwelijks last gehad van de coronacrisis. De huurstromen bleven gewoon binnenkomen. Tegelijkertijd kon niet al het onderhoud worden uitgevoerd en blijven de investeringen in nieuwe woningen al jaren achter bij hetgeen nodig is. De kassen van de corporaties zijn dus goed gevuld. Daar komt bij dat de sector met de hulp aan Vestia heeft laten zien dat zij over voldoende middelen beschikken om geen beroep op de overheid te hoeven doen. Het rapport Opgaven en middelen geeft weliswaar aan dat corporaties op termijn tekorten zullen laten zien. Op dit moment is er echter geen probleem en bovendien hebben corporaties in het verleden wel vaker betoogd dat zij onvoldoende middelen hadden en dat viel uiteindelijk allemaal mee.
Alles overziend is mijn verwachting dat de verhuurderheffing voorlopig nog zal blijven bestaan. Corporaties zullen zelf de creativiteit moeten opzoeken om de verduurzamingsopgave te kunnen financieren. De eerste handreiking van de overheid is om – weliswaar tijdelijk – de markttoets voor het niet-daeb woningen te laten vervallen. Wellicht wordt deze maatregel, die ervoor moet zorgen dat er meer middeldure huurwoningen beschikbaar komen, definitief. Hiermee kunnen corporaties rendement realiseren om een stukje van de duurzaamheidsopgave te financieren. Zal de geschiedenis zich herhalen en corporaties weer meer commerciële activiteiten gaan ondernemen? In ieder geval is het toezicht steviger om debacles te voorkomen.
Cosmo Schuurmans