Over fundering onder informatiesystemen gesproken…
De verzakking van vastgoed was een belangrijk onderwerp van een zeer interessante bijeenkomst georganiseerd door het Risk & Compliance Platform Europe in het provinciehuis van Utrecht. Verzakkend vastgoed en informatietechnologie, wat heeft dat met elkaar te maken? De eerste en meest voor de hand liggende overeenkomst is, dat het over data gaat. Veel data, uit allerlei bronnen. Tot aan satelliet informatie aan toe. Door een van de inleiders werd verteld dat er informatie kan worden verzameld uit 450(!) bronnen (Fortierra). Tja, we hebben het wel over het informatietijdperk. Een andere belangrijke overeenkomst is, het gebrek aan de fundering. Ook de fundering onder de informatiemaatschappij is verborgen en verkeert niet in een goede staat.
Waar komt al die informatie over verzakkend vastgoed eigenlijk vandaan? Los van de bronnen wordt alle informatie verzameld met behulp van software. Logisch zult u waarschijnlijk zeggen. Maar even verder gedacht, is software dus de fundering onder de informatiemaatschappij. Ook onzichtbaar en onmisbaar. Maar hoe komt software eigenlijk tot stand en hoe solide is de basis (de fundering) van software eigenlijk?
Software ontwikkeling begint natuurlijk met de vraag, wat voor informatie hebben we nodig? (zie mijn eerdere column over de corona-app). Op basis van deze informatiebehoefte wordt een functioneel ontwerp en een technisch ontwerp gemaakt. Dan begint het programmeren in één van de honderden programmeertalen. Met programmeertaal kan een computer niet werken. Die lust alleen nullen en enen. Er is dus een vertaalslag nodig van de broncode (programmeertaal) naar de objectcode (digitale computertaal). De vertaling is natuurlijk al lang geautomatiseerd met behulp van een vertaalprogramma: de compiler.
Het ontwikkelproces kan nog aanzienlijk gecompliceerd worden door software-ontwikkelmethoden als agile en open source-software.
Op het gehele proces van software-ontwikkeling en alle producten die in de loop van het proces worden ontwikkeld rust auteursrecht:
• Op de documentatie
• Op de broncode (source-code)
• Op vertaalprogramma’s (compiler) en hulpsoftware
• Op de objectcode (digitale versie waar computergebruiker mee werkt).
Het bovenstaande ontwikkeltraject roept serieuze vragen op over de basis (de fundering) van de informatiemaatschappij. De twee belangrijkste vragen houden verband met het onderhoud van software en de juridische kanten aan software. Software is namelijk zeer onderhoudsgevoelig, daar zijn diverse redenen voor. Voor het uitvoeren van onderhoud aan de gebruikersversie (objectcode) van software is de broncode (sourcecode) nodig. De programmeur kan de broncode lezen en met zijn vinger de plaats aanwijzen waar de broncode gerepareerd of aangevuld moet worden. Maar de gebruiker (licentienemer) heeft geen recht op de broncode en krijgt die ook niet. De broncode wordt uitsluitend bewaard door de rechthebbende/eigenaar. Bij een verstoorde relatie tussen licentiegever en licentienemer, heeft de licentienemer op grond van zijn licentieovereenkomst, geen rechten op de broncode en krijgt die ook niet! Juridisch is dit een gemis. Maar het wordt nog erger door de vraag met wie de licentienemer eigenlijk zaken heeft gedaan. Heeft die partij wel een (onbezwaard) eigendomsrecht? Vaak is de vraag stellen al genoeg.
Kortom: Software is in de informatiemaatschappij onmisbaar, daarom is aandacht voor de basis van software (de fundering) noodzakelijk.
Henri Hensen