Gedrag van Wopke Hoekstra is laakbaar op zijn minst
Vanaf heden zal ik via het Risk & Compliance Platform Europe een aantal issues onder de aandacht brengen die te maken hebben met governance vanuit mijn achtergrond als hoogleraar en onafhankelijke denker. Mijn eerste bijdrage gaat over een hardnekkig misverstand dat er blijkbaar is in de noordelijke landen van de eurozone over de zuidelijke landen. Het lijkt er namelijk op dat de zogenaamde “vrekkige vier” landen, waaronder Nederland, om de een of andere reden blijven vasthouden aan ideeën, ja soms zelfs ernstige vooroordelen die niet ondersteund worden door de feiten. Dat is op zijn minst erg jammer, als ik het voorzichtig zou willen uitdrukken.
Veel Nederlanders vinden Italië een land van potverteerders dat nog altijd niet de tering naar de nering leerde zetten. Dat dit ver bezijden de waarheid is legt de jonge Oostenrijkse econoom Philipp Heimberger nog eens haarfijn uit: „Het probleem van Italië is economische groei, niet begrotingsdiscipline. Noordelijke landen moeten ophouden met lesjes geven. Wat je amper hoort, is dat Italië sinds 1995 in alle jaren, behalve crisisjaar 2009, een ‘primair’ begrotingsoverschot had. Dat is het overschot zonder rentebetalingen op de staatsschuld. Met andere woorden: De Italiaanse staat kreeg meer geld binnen dan hij uitgaf. Die rentebetalingen zijn wel hoog, maar dat komt door de groei van de staatsschuld in de jaren tachtig en negentig. De huidige generatie politici kun je daar niet de schuld van geven.” aldus deze Oostenrijkse professor.
Daar kan Nederland nog een puntje aan zuigen. De Nederlandse minister van Financiën Wopke Hoekstra en in zijn kielzog de heer Rutte als minister-president weten dat uiteraard, maar vertellen dat niet. Deze waarheid is met het oog op de verkiezingen begin volgend jaar blijkbaar wat minder gewenst volgens hen beiden. Een dergelijk gedrag is laakbaar op zijn minst.
Leen Paape