Radicaal samenwerken als antwoord op Moneyland

12 maart 2020
Kennisbank

Lex van Almelo

“Niet samenwerken is geen optie,” zegt Andrea Wiegman. Op de Dag van de Fraudeonderzoeker 2020 zal zij de uitkomsten presenteren van het IFFC-Trendwatch-onderzoek en aangeven waar de kansen liggen om publiek en privaat samen te werken bij het voorkomen en aanpakken van financieel-economische misdaad: “radicaal samenwerken”. Wat komt er op ons af? Wat heeft de komende twee jaar aandacht nodig? Hoe gaan wij de publiek-private samenwerking bij de aanpak en preventie van financiële criminaliteit vormgeven? Dat hebben ervaren en jonge experts uit de publieke en private sector zich het afgelopen jaar afgevraagd in het Trendwatch-project van het Institute for Financial Crime. 

Andrea Wiegman, die door de FIOD is uitgeleend voor dit project: “Het goede van Oliver Bullough’s Moneyland is dat hij daarin laat zien hoe gewiekst en samenhangend diverse vormen van financieel-economische criminaliteit zijn. Wij moeten wel radicaal samenwerken om het geheel in kaart te brengen. En met “wij” bedoel ik dan: iedereen die bezig is met het bestrijden van financiële misdaad. Of dat nu forensisch accountants zijn, security- en compliancemedewerkers bij banken, de FIOD, de Belastingdienst, DNB of de politie en de FIU-Nederland. Maar informatie delen is gemakkelijker gezegd dan gedaan. Hoe gaan we dat doen, onder de AVG? Bij serious crime of terrorismefinanciering is daar wel een basis voor te vinden, maar bij fraude en corruptie is dat moelijker. Maar niet samenwerken, is geen optie, zegt bijna iedereen die we hebben gesproken.”

Triljoenen kwijt

Waar de samenwerking de komende jaren naartoe zou moeten, vertelt Wiegman pas op 23 april. Wel kan zij alvast zeggen dat de twintigste-eeuwse manier van samenwerken passé is, omdat de wereld enorm is veranderd en financieel-economische criminaliteit internationaal is. Wiegman is het met Bullough eens dat de monitoring en melding van ongebruikelijke transacties te veel is gericht op het proces in plaats van op het resultaat. “We rennen bij wijze van spreken naar onze taken en verplichtingen toe en vergeten wat er daarvoor en daarna gebeurt als het geld anoniem verdwijnt in de cloud.”

Dat blijft niet zonder gevolgen, want het is volgens Wiegman geen toeval dat een miljardairs en miljonairs op het World Economic Forum in Davos bekend maakten dat zij meer belasting willen betalen. De superrijken wijzen op het onderzoek van Zucman, waaruit blijkt dat 8 triljoen dollar – bijna 10% van het wereld-BBP – wordt verborgen in belastingparadijzen. En op de schatting van het IMF dat ongeveer 15 triljoen dollar – 40% van de directe buitenlandse investeringen – stroomt door lege ondernemingen zonder echte bedrijfsactiviteiten. “Dat geld is nu kwijt en had kunnen worden uitgedeeld aan de samenleving. Het grijze gebied wordt misschien zwarter, want belastingontwijking wordt steeds minder geaccepteerd. Maar het kan ook een andere kant op slaan en dat is interessant!”

Hard werken

“De publiek-private samenwerking bestaat al een tijdje. In loop van de jaren negentig ging de voorhoede van de publieke recherche naar de banken en accountantskantoren. Er is nog veel te doen. Er werd in termen van convenanten gesproken, ook al gaat het op project- en menselijk niveau vaak goed.”

Er zijn de laatste jaren veel spelers bij gekomen. De banken hebben heel veel – jong – personeel aangenomen. En de Regionale Informatie- en Expertise Centra groeien enorm. Daarin werken overheidsinstanties samen tegen ondermijnende criminaliteit. Maar de RIEC’s stimuleren en ondersteunen ook publiek-private samenwerking. “De groep die fraude aanpakt wordt steeds diverser qua achtergrond en leeftijd. Zo beginnen bijvoorbeeld ook macro-economen zich te interesseren voor de ondermijning van ons financiële stelsel.”

“Eén van de experts die wij hebben geïnterviewd zei: ‘We werken er al ruim twintig jaar heel hard aan. Met nog twintig jaar heel hard werken, zetten we grote stappen vooruit.’ De boodschap die wij gaan brengen is ook heel positief. Er is niets mis met een strategische stip op de horizon en denken op lange termijn.”

Bron: IFFC

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *