Jacques Jetten
In 1897 werd bij toeval op de gemeentewerf van Rotterdam het volledig gedemonteerde Rotterdamse schavot gevonden. Archivaris Johan Hendrik Willem Unger werd erbij gehaald en die stelde voor het schavot nog eenmaal op te bouwen. Gelukkig wist iemand nog hoe dit moest. Van dit schavot kennen wij, dankzij Unger, de afmetingen 6,5 x 4,5 meter en de afstand tot de grond bedroeg 2,75 meter. Die afstand was noodzakelijk vanwege het bungelen. In Rotterdam was het gebruik dat een ter dood veroordeelde vanuit de schepenkamer van het stadhuis naar het schavot werd begeleid door een predikant. Die had kort tevoren nog onder vier ogen met de veroordeelde gesproken. Met het touw al om de nek, moest je ook nog een toespraak van de baljuw (aanklager) aanhoren en dan volgde de voltrekking.
In 1897 behoorden lijfstraffen en terechtstellingen al geruime tijd tot de geschiedenis. Lijfstraffen werden in 1846 afgeschaft en de doodstraf in 1870. Terechtstellingen waren toen reeds zeldzaam. De koning verleende regelmatig gratie. De weerstand tegen de barbaarse openbare executies nam toe. Maar er kwam nog altijd veel volk kijken. De laatste terechtstelling vond plaats op 31 oktober 1860 in Maastricht, een stad die in maatschappelijke ontwikkelingen zelden voorop loopt. Johannes Nathan, veroordeeld voor de moord op zijn schoonmoeder, werd om 10 uur in de ochtend opgehangen. Na de Tweede Wereldoorlog werden in ons land 42 oorlogsmisdadigers geëxecuteerd onder de Bijzondere rechtspleging. Dat gebeurde met de kogel en niet in het openbaar. In 1983 werd in de Grondwet de definitieve afschaffing van de doodstraf vastgelegd. Het schavot leek daarmee voorgoed overbodig.
Burgemeester Femke Halsema
Maar nu is het schavot aan Amsterdam uitgeleend en opgebouwd voor het gebouw van “De Telegraaf” aan de Nieuwezijds Voorburgwal. Het moet wel om een halszaak gaan als Amsterdammers bij Rotterdammers leentjebuur spelen. Dat is het ook als het om de familie Halsema gaat. Femke is burgemeester en haar man een flierefluitende cineast. De rechtse krant is het beu, dat de stad is verworden tot:
“Een groen, groen, groen, groen knollen-knollenland,
Daar zaten twee haasjes heel parmant,
En de één die blies de fluite-fluite-fluit.
En de ander sloeg de trommel.”
De Halsema’s zijn het haasje, omdat hun 15-jarige zoon als een pseudo-gangster de stad “onveilig” heeft gemaakt door met zijn vriendje een verlaten woonboot te overvallen met een nepwapen en vervolgens enkele brandblussers leeg te spuiten. Volgens de burgemeester waren ze alleen maar aan het klieren, maar “De Telegraaf” zag dat anders en stelde zich op als de jager in het lied en die heeft op hem geschoten. En op zijn moeder, die de zaak stil had proberen te houden. En sloeg op de trommel.
Het was geen neppistool, maar een onklaar gemaakte echte revolver, afkomstig uit de ambtswoning van de burgermoeder. Robert Oey, de burgemeestersman, gaf in een opzienbarend interview in de NRC volmondig toe, dat het zijn eigendom was. Oey sloot niet uit dat er nog meer wapens in de ambtswoning lagen, “want ik heb dozen op zolder waar allemaal gereedschap in zit, tot en met een Japans mes.” Terloops voegde hij daar volstrekt onnodig aan toe: “Als je de zoekgeschiedenis van mijn laptop nagaat, loopt die van pedofilie via terreur tot drugs – alles!” Toen werd hij door justitie als verdachte voor verhoor opgepakt. Femke zou volgens hem niets van dit wapen hebben af geweten, ofschoon het al 20 jaar in zijn bezit was en het in de huiskamer voor het grijpen lag. Hun zoon Bruno wist het wel en ging ermee op de loop. Het klinkt allemaal erg ongeloofwaardig. Robert bracht in 2010 een film uit, waarin Femke figureerde. De film heette veelzeggend “De leugen”. Begrijpelijk, dat de Amsterdamse gemeenteraad de burgemeester stevig aan de tand wil voelen in een debat. Waar rook is, is vuur, vooral als die rook komt uit een vuurwapen. Een burgemeester die in bed ligt met een verdachte van verboden wapenbezit is op zijn minst aangeschoten wild.
Het Amsterdamse gepeupel ruikt bloed. “De Telegraaf” faciliteert dat met het openbaar schavot. Dagelijks aan de schandpaal in hun kolommen. Het gezin Oey-Halsema ging na de vrijlating van zoon Bruno op vakantie naar Kenia, ver weg van die hijgerige hyena’s en heeft daar volgens eigen zeggen alleen maar zitten huilen. In een land waar aangeschoten wild niet zeldzaam is, komt huilen meestal te laat. Mocht de zaak verder uit de hand lopen, dan moet Barbertje hangen. Dan klapt het valluik van het schavot in de hoofdstad weer open. Een predikant zal niet meer nodig zijn. Opgemarcheerd! Links twee drie vier, links twee drie vier. Eerst Femke Halsema. Dan Robert Oey. Dan Bruno Oey. Wie volgt?
Net terugkerend van een Bevrijdingsconcert wrijf ik mijn ogen uit. Het zal toch niet waar zijn, dat de pers in ons land de rol van het Openbaar Ministerie overneemt. Voor verboden wapenbezit kan de rechter een stevige boete opleggen, voor liegen kan een burgemeester door de raad gedwongen worden af te treden en minderjarigen die voor de eerste keer in de fout gaan, krijgen van Bureau Halt een taakstraf. Het schavot heeft afgedaan.
De auteur, Mr. Jacques Jetten is voormalig docent aan de rechtenopleiding van de Zuyd Hogeschool en politicus geweest in de lokale politiek.