Gisteren maakte ABN Amro Bank haar kwartaalcijfers bekend voor Q2/2019 en daarmee ook de halfjaarcijfers. In het tweede kwartaal (netto resultaat 693 miljoen euro) zit onder andere de opbrengst van de verkoop van Stater en een voorziening van 114 miljoen euro voor een Customer Due Diligence (CDD) herstelprogramma bij Retail Banking. De cijfers over het eerste halfjaar 2019 gaven ten opzichte van de eerste zes maanden van vorig jaar een verslechtering te zien. De belangrijke graadmeter cost/income ratio steeg van 56.5 % naar 59,9% en het all-over netto resultaat daalde van 2.007 miljoen euro naar 1.818 miljoen euro. Het rendement op het eigen vermogen in de eerste zes maanden van 2019 was 11,4%. De opdracht tot het herstelprogramma particuliere klanten komt van de Nederlandsche Bank. Vraag blijft waarom en wat te doen met de bedrijven die klant zijn bij ABN Amro Bank. Overigens is het zo dat ABN Amro Bank dit jaar een bedrag van circa 350 miljoen euro betaalt aan toezichthoudende instanties en de Staat nog steeds voor 56 procent aandeelhouder is van de bank.
CEO Kees van Dijkhuizen, die op 22 april 2020 de bank zal gaan verlaten, zei naar aanleiding van deze halfjaarcijfers het volgende: “We zijn blij met de plannen van de Nederlandse overheid om gezamenlijk de strijd tegen financiële criminaliteit aan te gaan en een bredere samenwerking te realiseren tussen banken, handhavingsinstanties en toezichthouders, in zowel nationaal als Europees verband. Na de aankondiging bij Q4 over onze activiteiten om financiële criminaliteit op te sporen, hebben we ons CDD-herstelactiviteiten gecentraliseerd en geïntensiveerd. Er zijn nu meer dan 1000 medewerkers volledig hieraan gewijd en dit aantal zal de komende jaren sterk toenemen. De Nederlandsche Bank (DNB) heeft onlangs bepaald dat we al onze particuliere klanten in Nederland moeten doorlichten. Als gevolg hiervan nemen we hiervoor verdere maatregelen en breiden we onze CDD-herstelactiviteiten uit. We hebben hiervoor een additionele voorziening getroffen van EUR 114 miljoen. In het algemeen zullen we in alle onderdelen van de bank de nodige herstelmaatregelen nemen om ervoor te zorgen dat aan alle wet- en regelgeving wordt voldaan. Sancties, zoals een aanwijzing, boetes, kunnen worden opgelegd door de autoriteiten.”
Voor wat betreft de kapitaalpositie van de bank gaf Van Dijkhuizen de volgende toelichting: “Ons kapitaalbeheer is een weerspiegeling van de huidige economische vooruitzichten, verwachtingen omtrent door de toezichthouder gestelde eisen en ons beleid voor bestendig dividend. Onze kapitaalpositie blijft sterk. De Basel IV CET1-ratio bleef nagenoeg onveranderd vergeleken met eind 2018, exclusief de winst over het eerste halfjaar van 2019. Het interim dividend is vastgesteld op EUR 0,60 per aandeel; dit is een uitkering van 50% van de winst over het eerste halfjaar en daarmee in lijn met vorig jaar. Ons kapitaal valt binnen de gestelde bandbreedte en we verwachten goed gepositioneerd te zijn om bij de publicatie van de jaarresultaten aanvullende uitkeringen van meer dan 50% van de winst te overwegen.”
De cijfers zijn kennelijk niet zo goed bevallen in de markt. Kostte een aandeel een jaar geleden op 10 augustus 2018 nog 23,51 euro, vandaag noteert het aandeel 16,42 euro. Op onze vraag naar de afspraken met betrekking tot de verkoop van de vervolgtranches van de aandelen door de Staat werden we verwezen naar het ministerie van Financiën.
Foto: Kees van Dijkhuizen, CEO ABN Amro Bank.