Vorige week werd een Belgische wet gepubliceerd die oneerlijke handelspraktijken en misbruik van economische afhankelijkheid tussen ondernemingen wil bestrijden. De nieuwe regels gaan de zelfstandige financiële tussenpersonen beter beschermen wanneer zij gebonden zijn door totaal onevenwichtige contracten, wanneer ze te maken hebben met oneerlijke marktpraktijken of wanneer de kredietinstellingen of verzekeraars door misbruik van hun machtspositie oneerlijke voorwaarden willen opleggen. De wet maakt de gedragscode tussen kredietinstellingen en bankagenten voortaan afdwingbaar. Het lobbyen om deze wet erdoor te krijgen, was de reden van ontstaan van BZB-Fedafin. Dankzij actief lobbywerk en met de steun van toenmalig volksvertegenwoordiger Luc Willems kon de beroepsvereniging van bank- en verzekeringsagenten – die in mei 1999 het statuut van wettig erkende beroepsvereniging kreeg – de parlementsleden overtuigen van de noodzaak om de bank- en verzekeringsagenten niet langer uit te sluiten van de bescherming die de wet op de handelsagentuur bood aan de handelsagenten.
Met dit eerste succes kreeg de beroepsvereniging de wind in de zeilen en kon ze de voorbije 20 jaar op tal van terreinen haar invloed aanwenden op de besluitvorming, werd de werking uitgebreid naar alle zelfstandige financiële tussenpersonen en ze werd gesprekspartner voor de kredietinstellingen, verzekeraars, toezichthouders en andere beroepsverenigingen.
Gedragscode
Zo speelde BZB-Fedafin een belangrijke rol in de onderhandelingen met ING België naar aanleiding van de integratie van Record Bank over correcte vergoedingen voor de meerderheid van de Record Bank-agenten die werden opgezegd. De beroepsvereniging deed via een open brief een appel op de bevoegde ministers om een halt toe te roepen aan wanpraktijken die het gevolg waren van een groot onevenwicht in de relatie tussen bankagent en zijn kredietinstelling. Op initiatief van minister van Economie, Kris Peeters, en toenmalig minister van Zelfstandigen en Kmo’s, Willy Borsus werden de kredietinstellingen opgeroepen om zich via een gedragscode te engageren tot verbeterde relaties. De gedragscode trad op 1 januari 2018 in werking en hoewel het misschien wat vroeg is om nu al conclusies te trekken, bleek toch al snel dat de gedragscode een compromis was en slechts gedeeltelijk een oplossing bood voor bepaalde praktijken.
Frappant is dat de verzekeringsmaatschappijen niet bereid zijn om een gelijkaardige gedragscode te sluiten en zo dezelfde bescherming te bieden aan de verzekeringsagenten. Als beroepsvereniging wordt BZB-Fedafin geconfronteerd met leden die te kampen hebben met herstructureringen, veel bijkomende financiële regelgeving, lagere rentabiliteit, grotere verantwoordelijkheid en toenemende druk. BZB-Fedafin blijft dan ook hameren op de noodzaak van bijkomende regelgeving om misbruik van de machtspositie door kredietinstellingen en verzekeraars onmogelijk te maken.
Nieuwe mijlpaal
En met succes. Zo bepaalt de wetgever welke bedingen in overeenkomsten tussen ondernemingen onrechtmatig zijn en dus verboden en nietig zijn. Zo is bijvoorbeeld elk beding dat een kennelijk onevenwicht schept tussen de rechten en plichten van de partijen onrechtmatig. Ook onrechtmatig is bijvoorbeeld het beding dat in geval van niet uitvoering van verbintenissen schadevergoedingsbedragen vaststelt die kennelijk niet evenredig zijn aan het nadeel dat door de onderneming wordt geleden.
Even belangrijk is dat de bepalingen inzake oneerlijke marktpraktijken ten aanzien van kmo’s fors worden uitgebreid. Daaronder valt de niet-nakoming door de onderneming van verplichtingen opgenomen in een sectorale gedragscode. Zo wordt de gedragscode tussen kredietinstellingen en bankagenten straks afdwingbaar. Ook bijvoorbeeld wordt het misleidend weglaten van essentiële informatie die een onderneming nodig heeft om een overeenkomst te sluiten, verder te zetten of ervan af te zien als een misleidende marktpraktijk beschouwd. Goed nieuws is dat deze bepalingen al drie maanden na publicatie van de wet in werking treden.
Wat betekent dit voor de zelfstandige financiële tussenpersonen?
Zij hebben nu de mogelijkheid om voor de gewone rechtbanken een vordering tot staking in te stellen. Bovendien zijn de voor Economie en Middenstand bevoegde ministers gemachtigd om tegen dergelijke oneerlijke handelspraktijken tussen ondernemingen een vordering tot staking in te stellen. De Belgische Mededingingsautoriteit wordt aangeduid om te kunnen optreden tegen ondernemingen die een economische afhankelijkheid misbruiken tegenover andere ondernemingen.
De beroepsvereniging krijgt dus door deze wet meer tools om de belangen van de zelfstandige financiële tussenpersonen te verdedigen. Ter herinnering : Sinds vorig jaar is een groepsvordering door zelfstandigen en kmo’s mogelijk dankzij het feit dat BZB-Fedafin door de minister erkend werd als groepsvertegenwoordiger om een eventuele groepsvordering te kunnen instellen.
Albert Verlinden, voorzitter BZB-Fedafin (zie foto bovenaan dit artikel) zegt hierover het volgende: “We zijn blijven hameren op de nood aan bijkomende regelgeving om misbruik van de machtspositie door kredietinstellingen en verzekeraars onmogelijk te maken.” Carine Vansteenbrugge, directeur van BZB-Fedafin vult aan met: “Twintig jaar na de eerste mijlpaal heeft het parlement een wet goedgekeurd die minstens een even belangrijke impact zal hebben als de toepassing van de wet op de handelsagentuur.”
BZB-Fedafin is de Belgische beroepsvereniging van zelfstandige tussenpersonen. Op dit moment telt ze meer dan 2600 leden die individueel of via het collectieve lidmaatschap van hun vriendenkring of belangenvereniging zijn aangesloten. Ze zijn actief als zelfstandige met als hoofdactiviteit bemiddeling in bank- en beleggingsdiensten, verzekeringen en/of kredieten.