Onlangs is door de Rechtbank Rotterdam een verdachte die gedurende een jaar als “geldezel” optrad en in die hoedanigheid grote hoeveelheden geld op zijn bankrekeningen ontving tot een totaalbedrag van meer dan één miljoen euro, afkomstig van een bitcoinbeurs, veroordeeld tot een gevangenisstraf van 8 maanden. De rechtbank achtte op grond van het dossier en het onderzoek ter terechtzitting het vermoeden gerechtvaardigd dat de geldbedragen uit enig misdrijf afkomstig waren, omdat verdachte binnen een relatief korte periode uit de verkoop van bitcoins afkomstige geldbedragen bijgeschreven heeft gekregen op zijn bankrekeningen. Algemeen bekend is dat bitcoins dikwijls worden gebruikt in het criminele circuit, onder meer in de drugshandel.
In de periode van 16 september 2014 tot en met 28 augustus 2015 ontving de verdachte, verdeeld over vier verschillende bankrekeningen, in totaal een bedrag van € 1.027.905,66 van bitcoinbeurs Kraken. Hierbij viel op dat geen van de uitbetalingen door Kraken, soms meerdere op één dag, per transactie hoger was dan € 8.999,91. Aldus bleven deze bijschrijvingen op de bankrekeningen van de verdachte steeds onder de meldplicht van de banken. Het totaal van deze bijschrijvingen stond in geen verhouding tot de inkomsten uit arbeid van de verdachte. De op de bankrekeningen van de verdachte bijgeschreven geldbedragen werden vrijwel direct na ontvangst – soms na een (gedeeltelijke) overboeking naar bankrekeningen van familieleden van de verdachte – contant opgenomen, zonder kennelijke legale economische noodzaak of verklaring daarvoor.
Volgens de rechtbank mocht gelet op het voorgaande van de verdachte worden verlangd dat hij een concrete, verifieerbare en niet op voorhand een hoogst onwaarschijnlijke verklaring geeft dat voormelde geldbedragen niet van misdrijf afkomstig zijn. De verdachte heeft zich echter zowel tijdens zijn verhoor door de FIOD als ter terechtzitting op zijn zwijgrecht beroepen. Gelet op het ontbreken van een aannemelijke verklaring voor een legale herkomst van voormelde geldbedragen is de rechtbank van oordeel dat het niet anders kan dan dat deze geldbedragen onmiddellijk of middellijk uit enig misdrijf afkomstig zijn en dat de verdachte dit heeft geweten.