Paul Duinkerken
Onlangs was ik aanwezig bij een boeiende bijeenkomst van de Buitenkamer over compliance. Daar sprak Geert Vermeulen van ECMC. Hij had een duidelijk verhaal en een goede interactie met zijn publiek. Een aanrader, en ook gezien het onderwerp “compliance”, waarvan de gebreken telkens en overal opduiken. De regel “regels zijn er om gebroken te worden” is diep geworteld. Laat ik maar beginnen bij het einde van zijn boeiende voordracht: compliant zijn is een onderscheidende factor voor continuïteit en rendement van de onderneming.
Een prikkelend punt is “wat vertellen we het topmanagement?” Dat zet de toon: men kan proberen slim te zijn en zaken onder het tapijt te willen schuiven, maar alles komt toch weer een keer op de tafel. Dat gaat altijd erg veel geld kosten. Dat blijkt onder andere uit de affaires rond de woekerpolissen, dieselgate, brandstofventieltjes, pesticiden, asbest en dat zal ook nog blijken uit komende zaken zoals pur-isolatie en de executieveilingen vastgoed door banken. Het gemeenschappelijk kenmerk van al deze schandalen is blijkbaar gebrek aan compliance. Omdat enerzijds niet voldaan wordt aan de regelgeving en anderzijds toezichthouders niet handhaven. Het is een interessante vraag of het gebrek aan compliance per saldo de onderneming financiële winst heeft gegeven. Zo heeft de verkoop van dieselauto’s Volkswagen heel veel opgeleverd, maar ook na aftrek van boete en de kosten van reputatieschade? Hetzelfde geldt voor woekerpolissen, rentederivaten, de manipulatie van de Libor rente of het witwassen van drugsgeld of ander zwart geld.
Het voldoen aan wet en regelgeving, compliant zijn, leidt juist op lange termijn tot een positief resultaat. Net als duurzaamheid: het kost wat, maar men krijgt er meer voor terug. Compliance leidt tot lagere kosten aan schadevergoedingen/compensatie, juridische kosten en reputatieschade. Bedrijven die de les hard geleerd hebben zijn Ahold, Baan, Ford, General Motors, alle grote accountantskantoren, waarvan Arthur Andersen inmiddels van toneel is verdwenen. Financiële instellingen zijn gebaseerd op vertrouwen. De palmares van de financiële toezichthouders zijn bekend. De verrotte vruchten zijn door hun niet gezien (of stilgehouden) en de markt heeft keihard afgerekend. Door een kleine bankrun is DSB omgevallen. ABN Amro Bank en SNS Bank moesten ter redding genationaliseerd worden. De andere grootbanken betalen – als ze het kunnen – hoge boetes. Fintech, big data en alternatieve financiering via beleggingsfondsen en crowd funding indiceren dat het klassieke verdienmodel achterhaald is. Het lijkt erop dat de grootbanken alleen nog maar beschermd door de tweede en derde lijn: beschermende wetgeving en toezichthouders. Dat is dan een kwestie van tijd en tijdgeest want een degelijke grondslag is vertrouwen van de klant. Een bankrun is een vertrouwenscrisis, welke zo weer kan gaan optreden. Uit de Vertrouwensmonitor van het CBS blijkt dat nog geen 40% van de ondervraagden vertrouwen in banken heeft (cijfer 2017, 2012: 41,6%, 2013: 34,3%). Dit lage percentage versterkt het vermoeden dat de bankensector drijft op kartelvorming, staatssteun en bange klanten. Om winst te blijven draaien moet een bedrijf de cultuur hebben compliant te willen zijn. Men valt altijd een keer door de mand als men doet alsof.
Compliance dichtbij de afdelingen die klantcontacten hebben
Koning Klant is een oud begrip dat elke keer het gelijk bewijst. Continuïteit van het bedrijf kan men het beste waarborgen door dichtbij de klant te staan, de klant echt te kennen. Omdat de regelgeving zeer belangrijk is, is mijn suggestie om de compliance dichtbij de afdelingen te zetten die klantcontact hebben. Een stafafdeling ergens bij directie staat doorgaans ver van de realiteit. Dichtbij de afdeling die klantcontact heeft is de compliance officer het oog van de meester, dat is de aandeelhouder. Zo is de compliance officer de hulp tot ondersteuning van de integriteit van degenen die het gezicht van de organisatie zijn. Om hen te helpen de klant goed te bedienen. Business gedreven is voor de lange termijn in het belang van alle belanghebbenden.
Een rechte rug kan beter standhouden in een robbertje vechten met collega’s dan met een CEO die je kan ontslaan. De vele boekhoudschandalen in door accountant goedgekeurde jaarrekeningen zijn wellicht bewijs van die stelling. Weliswaar wordt de accountant formeel benoemd door de aandeelhouders, maar de externe accountant vliegt er toch echt uit als de directie het wil.
De auteur, Paul Duinkerken, is zelfstandig registeraccountant.