Aanpak woonfraude: keer de bewijslast om
De afgelopen weken is in de media diverse malen het onderwerp woonfraude besproken. Er is zelfs een vergadering van de Tweede Kamercommissie aan gewijd. Met behulp van data-scraping is berekend dat tien procent van de sociale huurwoningen illegaal wordt onderverhuurd. Sommigen beweren zelfs twintig procent. Vreemd is het niet. Een woning van 500 euro brengt op de markt als snel het dubbele of het driedubbele op. Ymere heeft ruim 80.000 woningen. Naar schatting worden dus minimaal 8.000 woningen onderverhuurd. Uit het jaarverslag 2017 blijkt dat er circa 400 woningen zijn vrijgekomen door woonfraude, ofwel vijf procent van het aantal illegaal onderverhuurde woningen. Hiervoor zijn zeven medewerkers aan het werk. Dat is dus een kostbare zaak. En dan te bedenken dat Ymere er geen euro meer door verdient als de woning opnieuw als sociale huurwoning wordt verhuurd. Een eventuele boete schrikt wel af, maar gaat naar de Staat. Kan het niet anders? Ja, dat kan, denk maar eens met me mee.
Sociale huurwoningen zijn bedoeld voor mensen met een laag inkomen. Middels het systeem van passend toewijzen krijgen deze mensen een woning aangeboden die past bij hun inkomen. Een mooi systeem. Maar met de jaren verandert het inkomen. Voor starters kan het inkomen stijgen. Als alleenstaanden gaan samenwonen kan het huishoudinkomen verdubbelen, terwijl de huur jaarlijks ongeveer met inflatie stijgt. Inkomensafhankelijke huurverhoging is mogelijk, maar is een beperkte extra stijging en wordt niet altijd toegepast. Het inkomen kan ook dalen door werkloosheid of pensioen. De huur is voor die mensen dan moeilijk op te brengen.
Van passend toewijzen naar passend huisvesten
Ik zie daarom wel wat in het volgende systeem: de huur in het huurcontract bedraagt de marktconforme huur (voor niet-geliberaliseerde huurwoningen volgens het puntensysteem). Afhankelijk van het inkomen ontvangt men een korting van de corporatie. Bijvoorbeeld 10, 20, 30, 40 of 50%. De percentages kunnen per woning verschillen. De inkomenscategorieën worden landelijk bepaald. De corporatie bepaalt het kortingspercentage. Dit wordt ook vastgelegd in het huurcontract. Men ontvangt korting zolang men aantoont daar recht op te hebben. Dat kan bijvoorbeeld door de Belastingdienst toestemming te geven jaarlijks de inkomenscategorie door te laten geven aan de corporatie.
Twee vliegen in een klap
Het passend huisvesten heeft meerdere voordelen ten opzichte van het passend toewijzen. Ten eerste wordt het scheefwonen tegengegaan, zowel het goedkope als het dure scheefwonen. Men betaalt immers een huur die past bij het inkomen. En als de woning niet meer past bij de gezinssamenstelling zal men eerder geneigd zijn te verhuizen. De (lage) huur is immers geen reden meer om te blijven wonen in de woning.
Ook illegale onderverhuur wordt tegengegaan. Er is immers geen of nauwelijks meer voordeel te behalen wanneer onderverhuurders een marktconforme huur betalen aan de corporatie. Hun inkomsten uit onderverhuur kunnen ze meteen doorstorten naar de corporatie omdat ze geen recht meer hebben op korting. De inkomsten voor de corporatie zullen door dit systeem waarschijnlijk stijgen. Hiermee kunnen ze hogere kortingen geven, extra bouwen en/of de middelen inzetten voor duurzaamheid.
Cosmo Schuurmans