Om zijn rol als ‘truth teller’ waar te kunnen maken, moet een internal auditor morele moed tonen. Het hebben van alleen een moreel kompas is niet genoeg. Dit is het uitgangspunt van het onderzoeksrapport Morele moed en internal auditors dat is geschreven door dr. Edgar Karssing, prof. dr. Ronald Jeurissen en dr. Raymond Zaal van Nyenrode Business Universiteit in samenwerking met het Instituut van Internal Auditors Nederland. Het rapport van het onderzoek naar de naleving van de ethische code voor internal auditors, werd onlangs uitgereikt aan Jantien Heimel (vice-voorzitter IIA Nederland).
Alle leden van IIA Nederland, de beroepsorganisatie voor internal auditors, zijn verplicht zich te houden aan de ethische code voor internal auditors. Deze code bestaat uit de principes die relevant zijn voor professionele uitoefening van internal auditing. Deze principes zijn integriteit, objectiviteit, vertrouwelijkheid en vakbekwaamheid. Daarnaast wordt er gebruik gemaakt van een ethische code met gedragsregels.
Can do-mentaliteit
Prof. dr. Ronald Jeurissen, hoogleraar Business Ethics aan Nyenrode. “De uitkomsten naar het onderzoek tot naleving van de code door internal auditors zijn zeer positief. De laagste maar nog steeds goede score verwijst naar het principe vakbekwaamheid. Blijkbaar hebben internal auditors een can do-mentaliteit en zijn ze bereid uit hun comfortzone qua kennis, vaardigheden en ervaringen te stappen. Ook voelen internal auditors nauwelijks morele druk om bijvoorbeeld bevindingen aan te passen. Dit wijkt echter af van internationaal onderzoek, waarin wereldwijd ongeveer 34% van de internal auditors wel degelijk geregeld morele druk ervaart.”
Oordelen versus handelen
Dr. Edgar Karssing, universitair hoofddocent beroepsethiek en integriteitsmanagement aan Nyenrode, geeft aan dat internal auditors idealiter zorgvuldig, uitlegbaar en standvastig handelen. “Bij zorgvuldigheid en uitlegbaarheid weet je wat het goede is om te doen, maar er zijn gevaren die het lastig maken om ook naar dit oordeel te handelen. Want tussen oordelen en daadwerkelijk doen, kunnen gevaren staan die het lastig maken om de waarheid te vertellen. Bijvoorbeeld het gevaar dat je relatie met anderen wordt verstoord, gevaren voor je geloofwaardigheid, je effectiviteit, je positie, misschien wel je baan of je carrière. Dan moet je standvastig zijn en dat vereist morele moed. De moed om te doen wat je morele kompas je voorhoudt, ondanks die gevaren.”
‘Gevaarlijke’ situaties
In het rapport wordt een groot aantal handvatten gegeven om met ‘gevaarlijke’ situaties om te gaan. De uitdaging daarbij is morele moed klein maken. Moedig handelen hoeft niet per se op grootse en meeslepende wijze. Soms is een kritische vraag stellen voldoende, of kan men een bestuurder wijzen op de kernwaarden van zijn of haar organisatie. Ook zijn in het onderzoek bemoedigende handreikingen benoemd die internal auditors kunnen helpen om morele moed te tonen. Hierbij onderscheiden de onderzoekers persoonlijke, governance- en cultuur-hulpbronnen.
Foto: Edgar Karssing reikt het eerste exemplaar van het rapport uit aan Jantien Heimel, vice-voorzitter IIA Nederland. Jantien Hemel zal ook spreken op het Risk & Compliance Jaarcongres op 31 mei aanstaande op het Landgoed Groot Kievitsdal in Baarn. Zij is dan de nieuwe voorzitter van IIA Nederland. Het thema van het Congres is “Nieuw toezicht is serious gaming. Over het spel, de spelregels, de spelers en het speelveld in de boardroom.”
Internal auditor is blijkbaar een gevaarlijk beroep…
06 februari 2018