Klaas Knot over bezinning en keuzes disciplineren tijdens Economendag

03 november 2017

De President van De Nederlandsche Bank (DNB) Klaas Knot sprak bij de opening van de jaarlijkse Nederlandse Economendag, die DNB mede organiseert. Hij sprak over de rol die economen kunnen spelen om maatschappelijk onbehagen tegen te gaan. De organisatie was naast DNB in handen van het Centraal Planbureau, het Ministerie van Financiën, het Planbureau voor de Leefomgeving, Economische Statistische Berichten, de Koninklijke Vereniging voor Staathuishoudkunde en – dit jaar voor het eerst – ook het Ministerie van Economische Zaken en Klimaat. Knot is tevreden met het feit dat steeds meer instanties betrokken raken bij de organisatie van deze dag. Het thema van deze Economendag was globalisering en maatschappelijk onbehagen. Hierna volgt een gedeelte van zijn betoog.
Klaas Knot begon als volgt: “Hoewel de Nederlandse economie er op papier goed voorstaat, is onmiskenbaar sprake van enig maatschappelijk onbehagen. Dit laat zich goed zien in de verkiezingsuitslag van dit jaar in Nederland. Zo hebben de partijen die zich presenteren als anti-establishment, 24 zetels gewonnen op de meer ‘gevestigde’ partijen. Het electorale succes van sommige partijen die zich kenmerken door een sterke afkeer tegen de elite, moet ook ons als economische beroepsgroep aan het denken zetten. Het zijn immers vaak de voorstellen die economen uitdragen waar populistische partijen zich tegen afzetten. Denk maar aan globalisering en Europese integratie.
Blijkbaar doen we als economen iets niet handig. Zo hebben economen lang enkel en alleen aandacht gehad voor de voordelen van globalisering. Een treffend en ludiek voorbeeld hiervan komt van de hand van Paul Krugman, die in 1997 stelde: “If economists ruled the world, there would be no need for a World Trade Organization. The economist’s case for free trade is essentially a unilateral case: a country serves its own interests by pursuing free trade regardless of what other countries may do.”  Hoewel Krugman nooit te beroerd is voor een krachtige hyperbool, werd dit gedachtegoed breed gedragen onder economen. Als er in de jaren negentig een probleem was, dan was het wel dat er te weinig vrijhandel plaats
vond.”
Bezinning
Volgens de hoogste man bij DNB moeten economen zich bezinnen. Er is steeds meer aandacht voor de aanpassingskosten die globalisering met zich meebrengt voor arbeidsmarkten. Knot stelt dat het onderzoek van onder andere David Autor laat zien dat de toename van de handel met China in de VS, gepaard is gegaan met neerwaartse druk op de lonen en een daling van de werkgelegenheid. Het herstel op de arbeidsmarkt loopt vervolgens langzaam, omdat mensen moeite hebben om een nieuwe baan te vinden. De nadelige effecten van globalisering zijn bovendien vaak sterk regionaal geconcentreerd. Dat illustreren in Nederland de ervaringen met het verdwijnen van de textielindustrie in Noord-Brabant en
Twente, aldus Knot.
Kont vervolgde met : “Onderzoek van Colantone en Stanig toont verder aan dat de toegenomen handelsconcurrentie heeft bijgedragen aan het succes van populistische partijen. In de regio’s die het hardst geraakt zijn door globalisering, is de steun voor rechts populistische partijen het sterkst toegenomen. Dit is ook de strekking van het betoog van Dani Rodrik, die vanmiddag de Tinbergen lezing geeft. Rodrik stelt dan ook dat het succes van populistische partijen geen verrassing mag zijn. Hebben we het dan mis gehad als economische beroepsgroep? Laat ik beginnen te zeggen dat ik het er hartgrondig mee eens ben dat wij als economen meer oog moeten hebben voor de verliezers van maatregelen. En dat we meer moeten doen om de economische groei “inclusiever” te maken.”
Keuzes disciplineren
Knot : “Tegelijkertijd ligt de oplossing er ook niet in om onze beleidsadviezen dan maar naast ons neer te leggen en te kiezen voor alle maatregelen die populistische partijen voorstellen. Economen hebben mijns inziens een belangrijke rol in het disciplineren van keuzes. Om dit te illustreren deel ik graag met jullie de inzichten uit DNB-onderzoek op basis van het DNB Household Panel over de AOW leeftijd. Al sinds het begin van dit decennium houdt DNB bij hoe mensen denken over aanpassingen in de AOW. Gedurende die jaren heeft de overheid het draagvlak voor een hogere pensioenleeftijd weten te verhogen. Mensen werd een eerlijke keuze voorgelegd: als de AOW zichzelf niet meer kon financieren, wat moest er dan gebeuren: de premies omhoog, de uitkeringen omlaag of de AOW-leeftijd omhoog? Daar waar in 2004 nog maar 18% van de respondenten zijn voorkeur uitsprak voor een hogere AOW-leeftijd, was dat in 2012 (het jaar van de hervorming) gestegen naar 44%. Mensen kregen immers door: er is geen free lunch.”
Bron: DNB

Plaats uw reactie

Your email address will not be published. Required fields are marked *