Over korte benen
Vraag ons niet om partij te kiezen in het Spaans-Catalaanse politieke conflict. We wagen ons immers liever niet aan een keuze tussen de ijzeren greep van een unitair regime en zeemzoet regionalisme. Vooral niet wanneer de eerstgenoemde groep zich van een soort buitensporig geweld bedient dat zelfs de hertog van Alva zou weten te bekoren en wanneer de tegenstrever zich beroept op zijn of haar superioriteit (van economische of enige andere orde). De gewaagde gok van de Catalaanse leider om te zwaaien met de nucleaire optie van afscheiding, lijkt zich momenteel alleszins in zijn nadeel te ontwikkelen nu het Catalaanse middenveld twijfelt en hij op de linkerflank met scherp wordt beschoten door radicale medestanders. Het vage antwoord van maandag op de vraag van Madrid of de onafhankelijkheid van de regio nu al dan niet werd uitgeroepen tijdens de lange redevoering van de Catalaanse parlementsvoorzitter op 12 oktober, legt de bal in het kamp van Madrid waar een drieste Premier (en een vervaarlijk ronkende vicepremier) met hel en verdoemenis dreigen. La Teoría del Loco – zoals u zich weet te herinneren. Een doorzichtige politieke tactiek die echter de Spaanse rente toch opnieuw wat hoger jaagt en opnieuw enige deining op de Spaanse aandelenbeurs veroorzaakt.
Genoeg politiek! Wij bekijken dergelijke manoeuvres overigens enkel vanuit financieel-economisch perspectief, met in ons achterhoofd de aloude beleggerswijsheid die een Duitse collega ons enkele weken nog in herinnering bracht: Die Politschen Börse haben doch kurze Beine. Vertaling en verdere uitleg zijn overbodig.
Dat wat ons uit de recente ontwikkelingen op het Iberische schiereiland nog het meest bijblijft, is de grote menigte op het Plaza Mayor in Madrid die luidkeels Eviva España zong op de tonen van een vergeelde Vlaamse hit uit de lang vervlogen jaren zeventig. Het strakke tempo, voorzien van een aanstekelijk refreintje en een ondubbelzinnige tekst, wist ons destijds reeds buitenmatig te bekoren. Typisch Vlaams ook, want het brengt een lofzang aan een andere regio, waarbij zonder meer wordt voorbijgegaan aan de verdiensten van de eigen contreien.
Zeer ten onrechte. Wanneer we als criterium aanhouden om enkel bedrijven te selecteren die in Vlaanderen actief zijn en er tewerkstelling creëren, dan blijkt vrij snel een systematische outperformance te ontstaan ten opzichte van de wereldindex. Vergist u zich hierbij echter niet. We stelden deze atypische vorm van beleggingskeuze niet op vanuit een (misplaatst) superioriteitsgevoel maar lieten ons hierbij inspireren door een (wel erg) perverse gedachte. De torenhoge belastingen op alles en nog wat, de administratieve rompslomp en snel wijzigende regelgeving en de onvoorspelbare verschuivingen in beleidsprioriteiten, zullen menig ondernemer in Vlaanderen (en bij uitbreiding het gehele Belgenland) de gordijnen hebben ingejaagd.
Maar wat is economie toch een heerlijke wetenschap die er ons telkens weer aan herinnert dat iedere donkere wolk ook een zilveren randje bevat. Na decennia leidt een dergelijke constellatie immers tot grotere efficiënte vermits enkel de best performerende bedrijven dit kunnen overleven om daarna ten volle te genieten van de gunstige geografische ligging van deze regio en de relatief hoge opleidingsgraad van de arbeidsbevolking. Ieder nadeel heeft inderdaad zijn voordeel.
Uit de Nieuwe Wereld bereiken ons intussen heugelijke berichten over de werkgelegenheid en een onmiskenbare conjuncturele versnelling. Helaas ook afgewisseld met verder oplopende spanningen tussen congres en president, wit en zwart, arm en rijk, gelovig en ongebonden.
Wij zoomen graag in op de recentste werkgelegenheidsstatistieken, die wezen op een werkloosheidsgraad van 4,2 % – niet meer zo laag waargenomen sinds 2000 en de late jaren zesitig – en een zeer bescheiden stijgingsritme op jaarbasis van 2,5 % van het algemene salaris peil dat geheel atypisch is voor een dergelijk tewerkstellingspeil. De lonen versnellen tegen een hoger tempo in de dienstensectoren (met 3,3 %) maar dat is gedeeltelijk te wijten aan het (tijdelijke) verlies aan jobs in de toeristische sector aan de Amerikaanse zuidoostkust. Hierdoor viel een belangrijk aantal (relatief laag betaalde) jobs weg uit de statistieken en leek daardoor de loonmassa in de dienstensector wat meer te zijn toegenomen. De onderlinge trend blijft echter zeer moderaat, hetgeen zich ook uit in de recente, relatief lage inflatiecijfer, hetgeen op zijn beurt weer de kansen op een verhoging van de Amerikaanse beleidsrente liet afnemen, zij het in marginale orde. De kans op een rentestijging, in te voeren na de vergadering van de Amerikaans Centrale Bank van 13 december, wordt nog steeds op meer dan 80% geschat.
Stefan Duchateau