Uit recent onderzoek van KPMG en de Erasmus Universiteit blijkt dat gedragscodes van bedrijven steeds minder worden ingegeven door wet- en regelgeving. Ondernemingen willen in toenemende mate kunnen beschikken over een code om het ‘wij-gevoel’ binnen de onderneming te stimuleren, het gedrag van leidinggevenden te verbeteren en het imago van de onderneming zeker stellen.
Bovendien vormt de code voor veel bedrijven niet langer alleen een handleiding die aangeeft wat wel en niet van werknemers wordt verwacht. Meer en meer geeft de code ook aan wat de lange termijn-doelstellingen van de onderneming zijn, wat de maatschappelijke verantwoordelijkheid van het bedrijf is en met welke dilemma’s zij in het zaken doen geconfronteerd wordt. Het onderzoek vond plaats bij bedrijven die deel uitmaken van de Global Fortune 200.
Werknemer centraal in code
“Het is duidelijk dat een groot aantal bedrijven de code gebruikt om de cultuur binnen de onderneming naar een hoger plan te brengen”, constateert Muel Kaptein, partner bij KPMG Integrity en hoogleraar aan de Erasmus Universiteit. Hij vervolgt : “Dat betekent dat de werknemer in de meeste gedragscodes centraal staat. Ruim 90% van de codes besteedt dan ook op de een of andere manier aandacht aan de verantwoordelijkheid die de onderneming heeft voor de werknemer. Daarnaast besteedt een meerderheid van de ondernemingen aandacht aan haar verantwoordelijkheid voor de samenleving en het milieu. In iets meer dan de helft van de codes komen ook de concurrenten en de klanten van de onderneming aan de orde. De verantwoordelijkheid die de onderneming heeft voor de aandeelhouder komt in slechts 30% van de codes aan bod. Als het gaat om de werknemer wordt de meeste aandacht besteed aan de verantwoordelijkheid die het bedrijf heeft voor de gelijkheid van werknemers en spelen ook de arbeidsomstandigheden en het respectvol met elkaar omgaan een belangrijke rol.”
Prominente plaats in HR-beleid
De gedragscode blijkt bij veel bedrijven ook een steeds prominentere plaats te krijgen in het HR-beleid. Zo maakt bij ruim 40% het naleven van de code onderdeel uit van de beoordeling en is naleving bij 30% bepalend voor de beloning en promotie van medewerkers.
Muel Kaptein: “Overigens kent het bezit van een code ook de nodige verplichtingen. Bijna 80% geeft aan dat het niet naleven van de code sancties voor de werknemer tot gevolg zou moeten hebben. En 40% van de bedrijven vindt zelfs dat het ontslag van medewerkers die in de fout gaan een goede graadmeter is voor de effectiviteit van de code. Helderheid over de reikwijdte van de code is dan ook van groot belang. Medewerkers die het gevoel hebben dat het handhaven van de code te wensen overlaat, zullen niet bereid zijn zich eraan te houden.”
Vertrouwen op gezond verstand
Een code die goed is ingevoerd vormt volgens Kaptein dan ook een steeds belangrijker instrument voor bedrijven. Hij vindt dat “een code bijdraagt aan de strategische positionering van de onderneming, aan de identiteit en de reputatie en aan de cultuur en het werkklimaat. En bovenal aan de financiële prestatie. Het is opvallend dat bij veel bedrijven de code niet langer alleen bestaat uit regels, maar steeds vaker een combinatie is van principes én regels. Een signaal dat de ondernemingen in toenemende mate willen vertrouwen op het gezond verstand van hun werknemers en hen ook voldoende munitie willen geven om de juiste beslissingen te nemen met de code als leidraad.”
Foto: Arend-Jan Hermsen
Gedragscode niet langer ingegeven door wet- en regelgeving
01 december 2014
Kennisbank