Afdekking financiële risico’s DNB
Uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer blijkt dat de wijze waarop de minister van Financiën zich tot DNB verhoudt bij het afdekken van risico’s van monetair beleid niet geheel duidelijk is vanwege de veelheid aan geldende wet- en regelgeving. Zo is de Staat als aandeelhouder gebonden aan het vennootschapsrecht; Boek 2 van het Burgerlijk Wetboek is in beginsel van toepassing. Er zijn echter uitzonderingen; specifieke bepalingen hierover zijn onder meer opgenomen in de Bankwet. Wat onder welke omstandigheden precies van de minister van Financiën mag worden verwacht is daardoor lastig vast te stellen.
Daarnaast komt uit het onderzoek van de Algemene Rekenkamer ook naar voren dat de minister van Financiën op kritisch constructieve wijze volgt hoe DNB omgaat met de risico’s die samenhangen met monetair beleid wanneer die de schatkist raken. Tot slot is gebleken dat bij de voorbereiding van de besluitvorming over de garantie en de voorziening de dilemma’s tussen verschillende belangen van de Staat als aandeelhouder van DNB, niet zichtbaar zijn gemaakt.